Woordenboek

Om onze bezoekers per direct een beeld te geven van de italiaanse taal hebben wij een aantal woorden en zinnen verzameld en in één overzicht samengesteld.
Dit is dus een mini versie van een italiaans woordenboek ofwel `zinnenboek`. Na het lezen van al deze woorden en zinnen is er wellicht een beter beeld bij de italiaanse taal.

1 uno
2 due
3 tre
4 quattro
5 cinque
6 sei
7 sette
8 otto
9 nove
10 dieci
11 £ndici
12 d¢dici
13 tr‚dici
14 quatt¢rdici
15 qu¡ndici
16 s‚dici
17 diciassette
18 diciotto
19 diciannove
20 venti
Hallo Buongiorno
Hoi Ciao
Goedendag Buongiorno
Goedemorgen Buongiorno
Goedenavond Buonasera
Goedenacht Buonanotte
Welkom! Benvenuti!
Hoe heet U? Come Si chiama?
Ik heet Pablo Mi chiamo Pablo
Aangenaam kennis te maken Lieto di conoscerla
Hoe oud ben je? Quanti anni hai?
Ik ben 26 jaar oud Ho 26 anni
Ik ben geboren in 1980 Sono nato nel 1980
Waar kom je vandaan? Di dove sei?
Ik kom uit Nederland Vengo dei Paesi Bassi
Uit welke stad komt u? Da che citt… vieni?
Ik ben geboren en getogen in Amsterdam Sono nato e cresciuto a / in Amsterdam
Ik kom uit Amsterdam, dat ligt vlakbij Schiphol Vengo da Amsterdam, che si trova vicino a Schiphol
Ben je getrouwd? Sei sposato?
Ik ben getrouwd Sono sposato
Ik woon samen met mijn vriend Vivo con il mio compagno
Ik woon samen met mijn vriendin Vivo con la mia compagna
Ik ben vrijgezel. Sono scapolo
Ik ben gescheiden Sono divorziato
Ik ben weduwnaar Sono vedovo
Ik ben weduwe Sono vedova
Heb je kinderen? Hai figli?
Ik heb drie kleine kinderen. Ho tre bambini piccoli.
Ik heb twee volwassen kinderen. Ho due figli grandi.
Ik heb geen kinderen Non ho figli
Wat voor werk doe je? Che lavoro fai?
Ik werk als….. Lavoro come …
Ik ben student Sono studente
Ik ben werkloos Sono disoccupato
Ik ben gepensioneerd Sono in pensione
Bent u al lang hier? Sei qui da tanto?
Hoe lang blijft u nog hier? Quanto ti fermi ancora qui ?
Wat doet u hier? Cosa fai qui?
Ik ben hier voor zaken Sono qui per lavoro
Ik ben hier op vakantie Sono qui in vacanza
Heeft u hobby’s? Hai degli hobby?
Ik houd van ….. Mi piace…
Mijn hobby is…. Il mio hobby Š….
Doe je aan sport? Pratichi sport?
Ik doe aan…. Faccio …
Mag ik jouw adres hebben? Potrei avere il tuo indirizzo?
Ik zal je mijn adres geven. Ti dar• il mio indirizzo
Ik zal je schrijven. Ti scriver•
Mag ik je telefoonnummer? Posso avere il tuo numero di telefono?
Ik zal je mijn telefoonnummer geven. Ti dar• il mio numero di telefono
Bel me! Chiamami!
Ik zal je bellen. Ti chiamer•
Mag ik jouw e-mailadres hebben? Potrei avere il tuo indirizzo e-mail?
Ik zal je mijn e-mailadres geven. Ti dar• il mio indirizzo e-mail.
Ik zal je mailen. Ti scriver• un messaggio di e-mail.
Mag ik een foto van je nemen? Posso scattarti una foto?
Zullen we samen op de foto gaan? Ci facciamo una foto insieme?
tot ziens arrivederci
vaarwel adio
dag ciao
goede reis buon viaggio
tot straks a dopo
tot morgen a domani
tot volgende week alla settimana prossima
tot volgende maand al mese prossimo
tot volgend jaar all?anno prossima
Ik hoop dat we elkaar ooit weer zien. Spero che ci vedremo ancora
Als je ooit naar Nederland komt, kun je bij mij logeren. Se una volta vieni in Olanda puoi alloggiare da me.
Het was leuk je gekend te hebben. Ô stato bello conoscerti
Ik wens je het beste voor je verdere leven. Ti auguro il meglio per la tua vita
Ik zal je schrijven. Ti scriver•